De Vlaamse overheid kan beslissen om waardevol onroerend erfgoed te beschermen. Onder onroerend erfgoed valt alles wat te maken heeft met archeologie, monumenten en landschappen, het varend erfgoed en de heraldiek.
Momenteel zijn er vier mogelijke beschermingsstatuten : een beschermd monument, een beschermd stads- of dorpsgezicht, een beschermde archeologische site en een beschermd cultuurhistorisch landschap.
Om van een beschermde status te genieten, moet een onroerend goed over een (aantal) erfgoedwaarde(n) beschikken. Wanneer een onroerend goed voor bescherming in aanmerking komt, zal het agentschap Onroerend Erfgoed dan ook deze erfgoedwaarde(n) onderzoeken en beschrijven. Daarnaast zal het tevens een aantal andere criteria (zoals de zeldzaamheid, de ensemblewaarde, …) in acht nemen.
In grote lijnen bestaat een beschermingsprocedure uit twee stappen : de voorlopige en de definitieve bescherming.
Eenmaal een goed beschermd is, dan zijn daar meteen een aantal rechtsgevolgen aan verbonden. In hoofdzaak komt het er op neer dat men een beschermd goed niet mag ontsieren, beschadigen of vernielen en dat men als eigenaar of vruchtgebruiker verplicht is dit goed te onderhouden. Wil je met andere woorden je beschermde woning gaan verbouwen of wil je er iets aan veranderen of verbeteren, dan zal je er voor moeten zorgen dat de erfgoedwaarde(n) van de woning bewaard blijven.
Wil je weten welke gebouwen beschermd zijn of niet? Dit kan je eenvoudig opzoeken in de beschermingsdatabank van het agentschap Onroerend Erfgoed.